Lucas 22:24-30

Vandaag kijken we naar de kroon van St. Edward. Dit is de kroon die bij de kroning van de nieuwe vorst wordt gebruikt. Deze gouden kroon, bezet met diamanten en robijnen, werd gemaakt voor de kroning van Charles II in 1661. Zij verving de middeleeuwse kroon die in 1649 door de parlementariërs was omgesmolten en waarvan men dacht dat hij dateerde van de 11de-eeuwse koningsheilige, Edward de Belijder (St Edward), de laatste Angelsaksische koning van Engeland. Hoewel de De 17e-eeuwse kroon heeft net als het origineel vier kruisbanden en vier fleurs-de-lis; het was geen reproductie van het middeleeuwse ontwerp, maar een nieuw ontwerp dat Sir Robert Viner, de kroonjuwelier van die tijd, had bedacht. Tot het begin van de 20e eeuw werden de stenen die de kroon versierden, gehuurd voor de kroning en daarna weer teruggegeven. Pas in 1911, voor de kroning van George V, werd de kroon definitief bezet met halfedelstenen. Hij werd ook gebruikt voor de kroning van koningin Elizabeth in 1953. 

In onze lezing van vandaag maakt Jezus duidelijk dat het koningschap in de wereld heel anders is dan het koningschap in de hemel. In de wereld worden koningschap en autoriteit gebruikt om macht uit te oefenen over anderen. Ons wordt verteld wat we moeten doen en we volgen. Het koninkrijk van de hemel is totaal anders. Daar is leiderschap niet anderen vertellen wat ze moeten doen, maar echt leiderschap is zelf het werk doen, naast anderen werken. Ware grootheid is leven voor anderen in plaats van leven voor onszelf. 

Jezus is niet tegen regeren als zodanig, maar de manier waarop dat gebeurt is cruciaal. Wij zijn gewend om over koningschap te denken als een top-down autoriteit, waar de koning of koningin het gezag heeft om iedereen onder hem of haar te leiden. Jezus zet dit op zijn kop en zegt dat ware autoriteit van onderaf komt en naar boven werkt. Degene die groter is, is degene die zich vernedert ten dienste van anderen. Gezag wordt niet gevestigd op grond van een ambt, maar op grond van dienstbaarheid!