Mattheüs 5:17-19

De uitspraak die Jezus in de evangelielezing van vandaag doet, is eigenlijk twee uitspraken in één: "Ik ben niet gekomen om de wet af te schaffen, maar om haar te voltooien". De ene is een positieve uitspraak, waarin hij zegt hij is om de wet te voltooien. De andere is een negatieve verklaring die zegt dat hij heeft niet kwam om de wet af te schaffen. Jezus' bedoeling was niet om de Joodse wetten van het Oude Testament af te schaffen. Hij zei niet dat ze niet geldig waren, maar Hij wilde erop voortbouwen. Jezus maakte duidelijk dat God liefhebben veel meer is dan alleen maar het naleven van wetten.

Ons schilderij is van Solomon Alexander Hart, het eerste joodse lid van de Royal Academy in Londen. Hij was waarschijnlijk de belangrijkste joodse kunstenaar die in de 19e eeuw in Engeland werkte. Het toont een  Joods feest genaamd Simchat Torah dat eenmaal per jaar in synagogen plaatsvindt De Torah is de verzameling van de eerste vijf boeken van de Hebreeuwse Bijbel, namelijk de boeken Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium; de christenen noemen deze vijf boeken de Pentateuch. Simchat Torah (Verheuging van de Torah) is een dag van groot feest waarop de jaarlijkse cyclus van Torah-lezingen eindigt en een nieuwe cyclus begint. Alle Torarollen worden uit de Ark gehaald en in een serie van zeven rondes rond de Synagoge geparadeerd met zang en dans. We zien in totaal zes rollen, elk rijkelijk versierd met geborduurde zijden omslagen. Aangezien de Torah de heiligste tekst in het Jodendom is, wordt hij bedekt gehouden om hem te beschermen, en de beste stoffen worden gebruikt als teken van eerbied voor de tekst. 

Afgezien van de figuren op ons schilderij zijn de twee belangrijkste andere kenmerken de twee lichten: de kandelaar boven alle gasten en de hoge kandelaar aan de rechterkant. Net als in onze christelijke traditie is licht in het jodendom erg belangrijk. We zien ook dat sommige mensen een talliet (gebedsmantel) dragen, dat wordt gebruikt bij het lezen uit de Thora of bij het bidden.  

In het christelijk leven zijn wij geroepen om de wet van God te volgen, maar wij zijn ook geroepen tot veel meer dan dat: om anderen te helpen, om aalmoezen te geven, vooral nu in de vastentijd, om onze naasten lief te hebben, enz... Wij zijn geroepen tot een leven van liefde dat veel verder reikt dan het louter volgen van wetten.